Voor het plaatsen van een infiltratiekrat is het belangrijk dat je in eerste instantie de juiste plek voor installatie bepaald. Deze plek moet voldoende ruimte bieden voor de krat en voor het plaatsen van een zandvangput. Belangrijk is dat de zandvangput vóór de infiltratiekrat komt. Waar deze geplaatst wordt is niet van heel groot belang. Dit mag dus ook op een plek waar de put makkelijk te plaatsen is en ook te openen is voor het leeg scheppen van de put wanneer deze vol met vuil zit.
Graaf een gat met de juiste diepte. De diepte is hoofdzakelijk afhankelijk van de belasting die de krat gaat krijgen. Bij een belasting voor zwaar verkeer moet de krat tenminste 80 tot 100 cm diep geplaatst zijn, gemeten vanaf de bovenzijde. Als de krat geen belasting krijgt dan kan je een diepte van 20 tot 40 cm aanhouden.
Graaf het gat altijd voldoende in omvang uit zodat je de mogelijkheid hebt om leidingen richting de krat aan te brengen en richting de zandvangput.
Op de bodem van het gat is het ons advies om drainagezand / splitgrind aan te brengen. Zodra je de krat vervolgens plaatst vul je ook de zijkanten met drainagezand / splitgrind. Dit zorgt ervoor dat de krat makkelijk zijn water kan afgeven aan de grond. Zeker wanneer je te maken hebt met een wat moeilijker opneembare grond dan is dit aan te bevelen. De bovenzijde van de krat mag je afdekken met de afgegraven grond.
Meer informatie over het plaatsen van infiltratiekratten kun je vinden in onze blog infiltratiekratten aanleggen in 5 stappen.